Het Vlaams Belang is niet te spreken over de laatste rustplaats die het enig overblijvende militaire transportvliegtuig C-130 toegewezen kreeg. “Dit prachtig stuk militaire geschiedenis staat voortaan te verkommeren op een modderig patattenveld in het Waalse Bevekom” zegt federaal volksvertegenwoordiger en lid van de commissie Defensie Annick Ponthier (Vlaams Belang). “Bevekom was in januari weliswaar als slechtste optie uit een nota van Defensie gekomen, maar voor de bevoegde minister Ludivine Dedonder (PS) was een standplaats in Vlaanderen onbespreekbaar.”
De nota van Defensie wees uit dat in de toenmalige standplaats van de C-130 in het Vlaams-Brabantse Steenokkerzeel de meeste expertise voor bewaring en onderhoud aanwezig was. “Bovendien was de kostprijs er lager en de locatie toegankelijker dan in Bevekom”, aldus Ponthier. “En daar komt nog bij dat er geen enkele band bestaat tussen de C-130’s en Bevekom.”
“De C-130 moest naar Wallonië: het zwaartepunt van ons luchtvaartpatrimonium moet daar immers komen te liggen”
De eerste foto’s van de huidige standplaats tonen het gebrek aan respect voor het transportvliegtuig dat haar diensten onder meer bewees in Libanon, Somalië, Zaïre, Rwanda, de Perzische Golf, Angola, Honduras, Guatemala en Afghanistan. “Een mistroostige akker”, oordeelt Ponthier. “En dat terwijl Vlaanderen verscheidene luchtvaartmusea telt waar alle accommodatie aanwezig is om het toestel op een gepaste wijze tentoon te stellen.”
“De verplaatsing van het vliegtuig van Steenokkerzeel naar Bevekom, gelegen in de kieskring van voormalig minister van Defensie André Flahaut (PS) is een mooi voorbeeld van PS-zelfbediening”, besluit Ponthier. “En om de vernedering voor Vlaanderen compleet te maken, heeft men beslist de C-130 voor het publiek – dat zich best voorziet van kledij en schoeisel dat vuil mag worden – open te stellen vanaf 11 juli, onze Vlaamse feestdag.”